“Ik kreeg de kans om het scheikundeonderwijs totaal te vernieuwen”
Yvet de Rooij, docent scheikunde, Het Saenredam
Een kleine twintig jaar geleden kwam ze als jonge scheikundedocent op Het Saenredam, Yvet de Rooij. Ze was uniek: de enige scheikundedocent op school en de enige vrouwelijke docent voor een exact vak, dat vooral jongens trok. “Ik had examenklassen met twintig jongens en één meisje. Hoe kon ik zorgen voor volle én gemengde examenklassen?” Die vraag was het begin van een ambitieus plan, dat de kiem legde voor totaal ander scheikundeonderwijs. Niet alleen op Het Saenredam, niet alleen binnen OVO Zaanstad, maar ook op andere scholen in Nederland. “Het Saenredam gaf mij de kans om het scheikundeonderwijs totaal te vernieuwen.”
Het was op een conferentie voor natuur- en scheikundedocenten zo’n tien jaar geleden dat het plan ontstond. “Daar liet iemand een voorbeeld zien van een lesje gebaseerd op CSI (Crime Scene Investigation, Amerikaanse televisieserie, red.). Een heel klein voorbeeld, nauwelijks uitgewerkt. Maar het inspireerde me enorm.” Yvet zag het helemaal voor zich: groepjes leerlingen die als rechercheurs aan de slag gingen met het oplossen van misdaden. Wie is de dader? Scheikunde zou een stuk spannender en aantrekkelijker worden. “Toegankelijker en minder abstract. Dat zou veel meer leerlingen aanspreken. Ook meiden. Ook leerlingen die net per se de chemische kant op willen.”
Van start
Yvet nam het idee mee naar school en sprak erover met collega’s: “Dat zou ik heel graag willen. De bestaande methode loslaten en hier een hele periode voor uittrekken.” En ze sprak erover met de schoolleiding. Het schooljaar daarna kon ze van start. “Als je hier op school iets nieuws wilt, wordt er altijd heel serieus mee omgegaan. Natuurlijk kijkt de schoolleiding wel of iets uitvoerbaar is en wat de risico’s zijn, maar ze staat voor heel veel dingen open. Ik heb hier al heel veel kansen gekregen.”
Goed uitgepakt
“Het eerste jaar begonnen we heel kleinschalig. Met een basis-kader-klas met veertien leerlingen. Om te kijken of het haalbaar was.” Nou, dat was het. “De leerlingen vonden het allemaal heel leuk.” Het jaar daarna volgde de mavo. “Dat was ook weer heel spannend, want die kinderen moesten ook eindexamen scheikunde doen. Zou dit voldoende zijn? Dat heeft toen heel goed uitgepakt.” Yvet ontwikkelde haar CSI-methode door en rolde het uit in de hele school. Inmiddels heeft het ook vakoverstijgende elementen in zich. “Er zit een stukje Duits in, biologie, textiel… Het is heel groot geworden.”
Kansen voor leerlingen
En succesvol. Niet alleen omdat de leerlingen – en hun ouders – het heel leuk vinden. Ook draagt het bij aan kansen voor leerlingen, meent Yvet. “Omdat het niet alleen maar scheikunde is. Met CSI leren leerlingen zelfstandig te werken en samen te werken. Het is een heel andere manier van leren dan ‘luisteren, huiswerk maken en weer een toets’.”
Bovendien vergroot het de kans voor mavoleerlingen om de stap naar de havo te maken. “In heel veel profielen zit scheikunde, dus leerlingen kunnen eerder op de havo terecht.”
Volle klassen
“Vroeger dachten leerlingen dat scheikunde moeilijk was en dat je heel ‘exact’ moest zijn om het vak te kiezen. Dat is niet meer zo.” Met het vak bereikt Yvet nu een veel grotere groep leerlingen. Ze ziet nu de volle klassen waarvan ze droomde. “Het aantal jongens en meisjes is nu ook bijna gelijk verdeeld.” En sinds dit schooljaar heeft Yvet er een scheikundecollega bij. Een vrouw. Er is veel veranderd in tien jaar tijd.